Foto: Archief Stichting Oud Meppel – Houtzagerij de Tijdgeest (links)

Aan de Verlengde Gasgracht, op de plaats waar nu het kantoor van Icare staat, bevond zich ooit houtzagerij De Tijdgeest. Tegenover de houtzagerij, aan de kant van de Hoogeveenseweg, was het balkengat, ook wel spoorhaven genoemd. Het roeibootje, op de foto, vaart net onder de draaibrug de spoorhaven uit.

In de loop van de 19de eeuw verschijnen een houtzaagmolen en een oliemolen langs de Hoogeveensche Vaart en de grootscheepse spoorinfrastructuur doet zijn intrede. Rond 1880, zoals uit kaarten van die tijd blijkt, wordt een spoorhaven aangelegd, toegankelijk via een brug in de Hoogeveenseweg ten behoeve van de overslag van goederen tussen trein en schip. De haven wordt in de loop der tijd steeds kleiner tot er een klein balkengat over is dat in de jaren vijftig gedempt wordt. De spoorhaven dient ook als balkengat voor de houtzagerij van Timmer met de houtmolen De Tijdgeest aan de noordzijde van de vaart.

Houtzagerij

Foto: Archief Stichting Oud Meppel – Dit houtvlot passeert de Zuiderbrug op weg naar het balkengat van houtzagerij Timmer aan de Verlengde Gasgracht. De boomstammen werden buiten de stad van een schip gelost, tot een lang vlot samengesteld en vervolgens door de stad naar de houtzagerij geboomd

Meppel kent aan het begin van de 20e eeuw vier houtverwerkende bedrijven. Kenmerkend voor deze bedrijven zijn de molens om het hout te zagen en de aanwezigheid van water voor aan- en afvoer én voor conservering van de boomstammen. Deze houtverwerkende bedrijven liggen dan ook allemaal aan vaarwater en zijn voorzien van zogenaamde balkengaten, naast de houtzaagmolens gelegen afgravingen, waarin de nog te verwerken houtstammen een tijdlang drijven, om de werking uit het hout te halen. In het eerste kwart van de 20e eeuw verdwijnen alle ‘oude’ houtzagerijen uit Meppel.