Foto: Archief Stichting Oud MeppelStationsgebouw en Stationsplein, nog voor de reconstructie van 1897 waarbij de zogenaamde Borgerfontein geplaatst zou worden.

Het station is een zogenaamd ‘Waterstaatsgebouw der 2de klasse’, waarvan de eerste steen werd gelegd op 4 juni 1867 door A.Th. Hosteyn, burgemeester van Meppel van 1866-1872. Opvallend is het middenrisaliet, ook wel gevelvoorsprong genoemd. Het is dat gedeelte van een gevel dat over de volle hoogte naar voren uitspringt. De versierde fronton, de bekroning van de gevel, bevat een uurwerk. Aan weerszijden van het gebouw bevindt zich een lage vleugel. De architect is K.H. van Brederode.

Op het Stationsplein lagen aanvankelijk een aantal plantsoenen met rondlopende paden, gemakkelijk voor het aan- en afrijden van de paardenkoetsen voor het vervoer van de reizigers binnen Meppel. Destijds bevond het station in aanbouw zich nog ruim buiten de toenmalige bebouwing van de stad.

In 1860 nam de regering het initiatief tot aanleg van een spoorwegnet door de Staat. Daarbij was ook de spoorlijn Arnhem – Deventer – Zwolle – Meppel – Leeuwarden. Het gedeelte Zwolle – Meppel werd in 1867 geopend, in 1868 gevolgd door Meppel – Leeuwarden. Aanvankelijk was in het regeringsplan de lijn Meppel – Groningen niet opgenomen. In de verbinding met Groningen was voorzien door een lijn van Harlingen via Leeuwarden en Groningen naar Nieuweschans. Maar op wens van de Tweede Kamer werd de spoorlijn via Assen toch aangelegd. Deze kwam op 1 mei 1870 in dienst. Daarmee was Meppel een spoorwegknooppunt geworden.

Verkoop van koffie en andere dranken op het perron van het station (Foto: Lodewijk Westerhuis).

‘Kenners wachten tot Meppel’ was een slogan die niet alleen op de koffiebekertjes van het station in Meppel stond, maar door heel Nederland bekend was. Op het Meppeler perron schonken soms twaalf perronkelners, waaronder Jan en Lodewijk Westerhuis, Marinus van ’t Hooge, Roelof Biemolt, Jolle Adema en de familie Koobs, aangevuld met scholieren, soms wel duizenden bekers koffie per dag. Reizigers wachtten inderdaad tot Meppel … en ook de machinisten hielden rekening met het lekkere bakkie dat hier geserveerd werd. Ze zorgden er voor dat ze iets eerder in Meppel waren, wat later vertrokken en langzamer optrokken om de kelners gelegenheid te geven met de trein mee te lopen. Station Meppel was toen bekend in het hele land. 

Jan Koobs was de laatste beroepskracht. Een bekende restaurateurs waren Lodewijk Westerhuis en Kees Diender. Het zogenaamde railcatering (verkoop in de trein) maakte halverwege de jaren zeventig een eind aan de verkoop langs de trein

De huidige voetgangerstunnel onder de sporen vomt de verbinding tussen het station en de wijk Ezinge met de P+R en het onderwijspark. Het station is jarenlang wit geverfd geweest maar nu is het weer in de oorsponkelijk kleur te bewonderen.