Langs de spoorbaan aan de kant van Ezinge ontstond geleidelijk een bedrijvenzone. Nu is er niet veel meer dat herinnert aan de bedrijvigheid die er ooit was in het gebied tussen het spooremplacement en de Ezingerweg. Eigenlijk is de vestiging van GS Meppel nog het enige overblijfsel van destijds.
Drie lindebomen, midden in de fietsenstalling, geven de plaats aan van de waag van Bos, waar op maandagmorgen varkens werden gewogen. Het voorhuis was deels café. Voor de woonkamer van de familie Bos stonden de drie lindebomen. Het pand is afgebroken. Direct naast de varkenswaag, op de plek waar nu een fietsenstalling is, stond de grote rode kolenschuur van Troost.
Troost, met een vestiging in de binnenstad van Meppel, verhuisde naar de Ezingerweg met zijn brandstoffenhandel. Andere brandstoffenhandelaren in de spoorzone waren Booy, Rump & Jonker en de gebroeders Hagedoorn. Met de komst van het aardgas verdwenen die bedrijven. Troost bleef er iets langer gevestigd. Zijn bedrijfsloods werd een caravanstalling die later in brand vloog. De herbouw werd ingericht als tennishal.
Een eindje verder naar het noorden bevond zich de hout- en triplexhandel van Van den Berg, later verplaatst naar de Hugo de Grootstraat. Ze maakten daar meubelplaat: dunne triplexplaten aan beide zijden en houten latjes daartussen. Het geheel werd onder druk samengelijmd.
Troost verhuisde later naar de hoek met de Hoogeveenseweg. Er stonden olietanks en een opslagschuur. Toen kolen uit de gratie raakten werd de opslagschuur gebruikt om caravans te stallen, maar in 1976 brak er brand uit. Triest voor de caravaneigenaars, maar heel spectaculair voor de toeschouwers die van tijd tot tijd met een enorme knal gasflessen als kanonskogels de lucht zagen invliegen. Na herbouw heeft het bedrijfspand nog dienst gedaan als tennishal.
Aan de zuidkant van de waag binnen het spoorhek, waar nu een parkeerterrein is, bevonden zich een paar volkstuintjes, daarna kwam een hek waardoor treinwagons naar en van de NCZ konden worden gereden. En daarna kwamen een aantal kolenhandels: die van Rump & Jonker en van Hagedoorn. Na de laatste huizen aan de Ezingerweg bevond zich voor de oorlog exportslagerij Van der Sluis. De oorlog betekende het einde van dit bedrijf, want zowel het eigenaar Salomon van der Sluis als veel van zijn joodse werknemers werden door de Duitsers weggevoerd en vermoord. Op die plek heeft daarna de timmerfabriek van G. Kastelein gezeten, tot de NCZ de grond kocht voor uitbreiding.
Aan het eind van de Ezingerweg, vlak bij de Reest, naast Sterenberg stond aanvankelijk een gasvulstation van Benegas. Daar werd later een vrieshuis van Blauwhoedenveem gebouwd. Een enorm gebouw met een fluoriserende blauwe hoed op het dak…
Wat overgebleven is aan bedrijvigheid in de spoorzone is het bedrijf GS*Meppel en een werkplaats van Structon.
Personeel van de exportslagerij van “Gebr. van der Sluis” aan de Ezingerweg. De familie Van der Sluis behoorde tot de Joodse gemeenschap in onze stad. Ze hadden een slagerij aan de Woldstraat 76. De slagerij groeide uit tot de exportslagerij “Gebr. Van der Sluis” aan de Ezingerweg. Er werkten op zeker moment meer dan 25 werknemers, waaronder veel joden. Maar in die donkere oorlogsjaren werden de Meppeler joden weggevoerd door de Duitsers en bijna allemaal vermoord. Het betekende uiteraard het einde van het bedrijf. Op die plek verrees later de houthandel van C. Kastelein.
Links brandstoffenhandel Rump & Jonker met overdekte kolenopslag en een loods. Op de achtergrond het station. Let ook op het spoorlijntje: een aftakking van de ‘echte’ spoorlijn naar de NCZ.